Hotspot - hotspots

Doorbraakdal utgesleten door het smeltwater

Meer dan 100.000 jaar geleden aan het eind van de Saale-ijstijd ontstond door schuivend en smeltend ijs een langgerekte heuvelrug. Achter deze zogenaamde Hondsrug verzamelde zich zoveel smeltwater dat het door de heuvelrug brak. Zo ontstond ten zuiden en oosten van Borger een diep en groot doorbraakdal. Het water van het huidige Voorste Diep stroomt door dit dal.

Twee doorbraakdalen door kammen van de Appalachen in Pennsylvania (V.S.), uitgesleten door de Juniata River (foto James Stuby).

Terug naar de oorsprong

Hoe zo’n doorbraakdal juist hier kon ontstaan? Daarvoor moeten we terug naar de Elster-ijstijd, meer dan 400.000 jaar geleden. Toen zijn enorme geulen in het landschap ontstaan, sommige waren wel 300 meter diep. Ook op deze plek lag zo’n diepe geul. In de loop der jaren is de geul dichtgeschoven met zand, klei en stenen. Het bleek een zwakke plek in de Hondsrug, want hier kon een doorbraakdal ontstaan. De Hondsrugdorpen Borger en Ees liggen respectievelijk op de noordkant en de zuidkant van het dal en liggen 19 meter hoog. Het dal van het Voorste Diep ligt echter op 12 meter hoog. Er is hierdoor op een relatief korte afstand een hoogteverschil van 7 á 8 meter.

Het doorbraakdal vanaf de Algemene Hoogtekaart van Nederland bekeken. De kaart is als volgt te lezen: hoe warmer de kleur, hoe hoger je in het landschap bent. Tussen Borger en Ees ligt het doorbraakdal, waar het Voorste Diep dwars doorheen stroomt.

Wild en jagers

De laatste ijstijd was de Weichsel-ijstijd die zo’n 12.000 jaar geleden eindigde. De temperaturen gingen omhoog en de kale vlakte groeide vol met gras, struiken en bos. Voor het eerst sinds duizenden jaren konden dieren konden hier weer voldoende te eten vinden. Met de grote kudden kwamen de jagers deze kant op. Ze trokken in kleine groepjes van het ene tijdelijke kampement naar het andere. We noemen ze vaak rendierjagers. Ze sloegen hun bivak steeds op in de buurt van open water en op zandkoppen bij beekdalen, zoals bij de Mandelanden aan de overkant van de N34.

Het brongebied van de Mandelanden, waaruit het Voorste Diep door de Hondsrug heen stroomt.

Hoog en droog

Al in de prehistorie was De Hondsrug een plek waar je hoog en droog kon wonen. Zo’n 5.000 jaar geleden woonden hier de eerste boeren, die we kennen van hun grote stenen grafmonumenten: de hunebedden. In die tijd moeten er enkele tientallen gehuchten op de flanken van de Hondsrug hebben gelegen. Het ging steeds een stuk of drie, vier boerderijen bij elkaar. Net als de huidige dorpen Ees en Borger stonden ook deze prehistorische boerderijen op de overgang van hoog naar laag.

Nieuwe natuur in de Mandelanden

Tot ongeveer 2010 waren de Mandelanden laaggelegen weiden in het dal van het Voorste Diep. In 2012 is het 120 hectare grote gebied “De Mandelanden” door Stichting het Drents Landschap heringericht voor waterberging. Daardoor is een interessant nieuw moerasgebied ontstaan. Het gebied is door zijn drassigheid moeilijk toegankelijk. Er is een goede indruk van het gebied te krijgen vanaf de kijkheuvel aan de noordrand van het gebied, aan de Borgerderstraat in Westdorp.

Nieuwe natte natuur in de Mandelanden

Locatie gegevens uitkijktoren

Langs de weg van Borger naar Ees is een uitkijktoren geplaatst vanwaar je een mooi overzicht hebt over het doorbraakdal. Een fraai informatiepaneel beschrijft het ontstaan van deze plek. Aan de Holtslagenweg ligt een kleine parkeerplaats, vanuit daar is het een 100 meter lopen naar de uitkijktoren.

Coördinaten van de uitkijktoren: 52°54’49.0″N 6°47’50.5″E

Het doorbraakdal bij Ees