Boeren - verhalen

De lange geschiedenis van boeren op de Hondsrug

Vanaf vijfduizend jaar geleden veranderden de eerste boeren het Drentse oerlandschap in akkers voor hun gewassen en weidegrond voor hun vee. Ze zochten de beste plekken uit in het landschap van het Hondsruggebied met zijn bossen, omgeven door beekdalen, moerassen en hoogvenen. Langzaam veranderde het natuurlandschap in een cultuurlandschap.

Celtic fields of raatakkers

De duidelijkste sporen van vroege landbouwactiviteiten zijn de celtic fields raatakkers die je overal in Drenthe op de hogere zandgronden aantreft. Zij stammen uit de IJzertijd en zijn al meer dan 2000 jaar verlaten. De raatakkers bestaan uit een complex van vierkante akkertjes omringd door een laag walletje. Op de meeste plaatsen zijn de raatakkers verdwenen door latere activiteiten zoals ploegen.

Overzicht van een raatakkercomplez zoals het er 2000 jaar geleden moet hebben uitgezien

De inrichting van het oude boerenlandschap verliep gestaag en geleidelijk. Factoren die hier van belang bleken waren bevolkingsontwikkelingen, technische mogelijkheden en economische omstandigheden. Het was en is een steeds voortgaand proces waarvan het eind voorlopig nog niet in zicht is. Tegenwoordig staat de landbouw onder druk door milieueisen en wordt veel landbouwgrond weer in nieuwe natuur omgezet.

Eeuwenoud systeem

Vanaf de middeleeuwen had iedere boer in het Hondsruggebied zijn akkertjes op de es bij het dorp. In het beekdal lagen de weilanden en het hooiland. De rest was heideveld en dat was het gezamenlijk bezit van de eigenerfde boeren. Elke dag bracht de herder de schapen van de boeren naar het veld. De mest uit de schaapskooien werd op de akkers ondergeploegd. Mest was essentieel om enige opbrengst te krijgen van de schrale akkers op de hoge Drentse zandgronden.

Langzaam aan in Schuilingsoord

Bedrijven worden groter

Aan het eind van de negentiende eeuw maakte de komst van de kunstmest een eind aan dit eeuwenoude systeem. Voortaan kon je net zoveel landbouwgrond bebouwen als je wilde. Snel werden bijna alle heidevelden in het Hondsruggebied ontgonnen. Ontginningen en ruilverkavelingen veranderden het Drentse landschap ingrijpend en voorgoed.

Na de Tweede Wereldoorlog verdween het oude boerenleven in het Hondsruggebied in snel tempo. Een boerenbestaan betekende voortaan dat je agrarisch ondernemer was. En dat je moest mechaniseren en je bedrijf zo efficiënt mogelijk moest runnen. Veel boeren in het Hondsruggebied stopten met hun bedrijf. De bedrijven die overbleven, werden groter en groter.

Een maaidorser op de Hondsrug

Boerenleven zichtbaar gemaakt

Op de Hondsrug is het oude Drentse boerenleven nog op tal van plekken zichtbaar gebleven. Je zier er de resten van de celtic fields van de prehistorische boeren en de middeleeuwse boerendorpen in het esdorpenlandschap. Ook de twintigste-eeuwse ingrepen zijn overal zichtbaar: de hoogveenontginningen, het rechttrekken van de beken, de veldontginningen, de ruilverkavelingen, de Staatsbossen enzovoort.

Bij de Nabershof in Emmen komt een aantal van bovengenoemde ontwikkelingen samen door de monumentale boerderij, de ligging aan de rand van de es, de nabijheid van het hunebed, het volkstuincomplex en de verzamelingen rondom het boerenleven. Om het boerenleven tot leven te brengen is er een nieuwe vleugel aan de oude boerderij gebouwd, met daarin een interactieve tentoonstelling over het boerenleven. Een uitgelezen plek voor een poort van De Hondsrug UNESCO Global Geopark.

Boermarken, een rijke geschiedenis

Auteur: Jan van der Struik

De geschiedenis van de Drentse Boermarken is een interessante geschiedenis. Boermarken hebben in heel Europa bestaan, zelfs ook in Mexico. Ook in andere provincies in Nederland waren ze actief. Het merkwaardige is dat alleen in Drenthe Boermarken nu nog actief zijn op het platteland. In het onderstaande verhaal zal duidelijker worden hoe dat tot stand is gekomen. Graag neem ik u mee op een reis door de tijd van de Boermarke.

De geschiedenis van de Boermarken gaat ver terug. Het ontstaan van Boermarken, vaak ook Marken genoemd, gaat terug naar de tijd van de Germanen die zich in o.a. Drenthe op vaste plaatsen vestigden. De overgang van het nomadenvolk naar een volk dat akkerbouw en veehouderij bedreef.

Het door een stam in bezit genomen gebied door alle leden van de stam gemeenschappelijk te laten gebruiken, is eigenlijk de oervorm van een Marke. Marke betekent oorspronkelijk grens. De markengronden vormden een begrensd gebied dat bij een nederzetting/dorp behoorde. Zo’n gebied werd ook wel Marke genoemd.

Grenzen en regels

Duidelijk vorm en organisatie kreeg kregen de Marken in de dertiende eeuw.
De bevolkingstoename bracht het gevaar mee dat de uitgestrekte velden, bossen en vennen rond de dorpen niet meer in voldoende mate beschikbaar zouden blijven voor iedereen. Daarom ontstonden door de samenwerkende boeren marke-organisaties, grenzen werden vastgesteld, er werden regels opgesteld voor het gebruik van het gemeenschappelijke gebied, willekeuren, ook wel wilkers genoemd. Grenzen werden bepaald door natuurlijke grenzen en door palen of grote stenen.

Contactgegevens

Nabershof Emmen

Boeren