Musea

Anja van der Veer, Mandenmakerij MUDZ vlechtwerk
Handgemaakte manden van wilgenteen. Gevlochten van zelfgekweekte wilgen, kwaliteitsmanden van onbespoten, duurzaam materiaal. Natuurvriendelijk !
Je hebt gekozen voor het thema 'LokaalGemaaktToer'. Op deze pagina vind je een aantal best things to do voor dit thema overzichtelijk gepresenteerd. Wil je voor een bepaald onderdeel toch iets anders ondernemen dan maken wij het makkelijk om een alternatief te zoeken en te vinden. Ben je klaar met samenstellen? Stuur dan deze pagina URL per e-mail of maak een papieren print om jouw keuze op te slaan. Veel plezier met De Hondsrug Geopark OerToer!
Thema LokaalGemaaktToer
Handgemaakte manden van wilgenteen. Gevlochten van zelfgekweekte wilgen, kwaliteitsmanden van onbespoten, duurzaam materiaal. Natuurvriendelijk !
In een klein Drents keuterboerderijtje omringd door weilanden vind je mandenmakerij MUDZ vlechtwerk.
Hier worden manden in allerlei maten en vormen op ambachtelijke wijze gevlochten door Anja van der Veer.
Anja is zo’n 10 jaar geleden geïnspireerd geraakt door de vele mogelijkheden van het wilg. De verwondering dat je met een “bos takken”, stevige gebruiksmanden kan maken die jaren meegaan. Daarbij de duurzaamheid van het materiaal en de voordelen die het oplevert voor het milieu.
De manden van MUDZ vlechtwerk worden geheel lokaal geproduceerd. Ze gebruikt wilg dat ze zelf verbouwd op de onbespoten griend (wilgenstruiken) bij de boerderij. De vele variaties van diverse soorten wilg leveren prachtige natuurlijk kleuren op, die verwerkt in haar manden een uniek resultaat geven.
Het (basis) assortiment manden bestaat uit boodschappenmanden, manden voor in huis (zoals linnen- en wasmanden, keukenmandjes), tuinmanden, houtmanden en manden voor dieren. Af en toe vlecht ze een unieke mand met een vrije vorm en patroon, ingegeven door de inspiratie van dat moment.
Ook geeft zij in haar werkplaats en zomers buiten, bij de griend (wilgenveldje), cursussen en workshops die evt. gecombineerd kunnen worden met een rondleiding op het erf en uitleg over de wilg als vlechtplant. Ze laat de verschillende soorten zien en de stappen die je moet zetten om het wilg tot een stevige mand te kunnen vlechten.
Gebruiksmanden dus, van volledig lokaal gekweekte wilg en op locatie in elkaar gevlochten tot mand. De mand gaat pas op reis als de klant haar koopt.
Meer weten?
Leo woont aan het einde van een landelijke weg, wat voor hem een nieuw begin markeert.
Leo woont aan het einde van een landelijke weg, wat voor hem een nieuw begin markeert.
Hij kwam met zijn partner Henny vanuit Vreeswijk naar Drenthe om zich verder te ontwikkelen en nieuwe wegen te bewandelen. Geboren in IJsselstein, dus westerling maar beslist geen randstedeling. Aangetrokken door de ruimte, het landschap, de rust en de mogelijkheden die Drenthe biedt. Sommigen wachten daarmee tot ze met pensioen zijn. Leo en Henny niet; zij zien kansen voor een werkzaam bestaan hier. Met een groter atelier voor hun passie, glas.
Die belangstelling voor alles wat met glas te doen heeft was al langer aanwezig, maar toen Leo eenmaal een workshop glas-in-lood volgde, was het snel bekeken. Binnen een week had hij zich ingeschreven bij de opleiding tot glazenier aan de zilvervakschool in Schoonhoven. Ook Henny volgde daar de deeltijdopleiding, maar zij hebben uiteindelijk hun vakopleiding afgerond in België. Bij die opleiding is het niet gebleven, in vele workshops met meester-glazeniers hebben zij hun vaardigheid en kennis van de materialen en technieken verfijnt. Zij beoefenen samen een breed palet aan technieken voor glasbewerking. Of zoals één van hun leermeesters JanHein van Stiphout het noemt: ‘glasveredeling’.
Naast glas-in-lood, tiffany en gebrandschilderd glas, wordt het glas geblazen (aan de brander), geslepen, gestraald, gesmolten, verlijmd en elke andere bewerking die het kan ondergaan. Behalve het traditionele mondgeblazen glas wat vroeger in Nieuw Buinen werd gedaan. Hun atelier is een toverplaats van kleur en licht en doet je versteld staan van wat er met glas allemaal kan, maar vooral ook wat erbij komt kijken.
Bee-Dressed is een label voor duurzame en eerlijke kleding en producten.
Bee-Dressed maakt stijlvolle ‘slow fashion’ voor vrouwen die ook een zo licht mogelijke voetafdruk willen nalaten op onze planeet. Daarom ontwerpen wij onze collecties met het oog op de lange termijn, zowel in stijl, design en kwaliteit. We streven ernaar om, tijdloze en eerlijke producten op bestelling te maken, zodat er weinig voorraad gehouden hoeft te worden en we niet bijdragen aan de wegwerpmaatschappij. 100% ecovriendelijk bestaat nog niet, de wereldwijde productiemethoden zijn daarvoor te ingewikkeld en ondoorzichtig. Maar er zijn volop ontwikkelingen en innovaties, daarover bericht ik regelmatig in mijn blogs.
Op de vraag hoe Ad en Ineke in deze ambachten verzeild zijn geraakt geeft hij haar meteen de schuld.
Op de vraag hoe Ad en Ineke in deze ambachten verzeild zijn geraakt geeft hij haar meteen de schuld. Ineke is begonnen met boekbinden en Ad, met zijn grafische opleiding, was vertrouwd met zelf papier maken. En zoals het vaak gaat, van het één komt het ander.
Uit het maken van handgeschept papier voor mooi gebonden boekjes, ontwikkelde zich zo’n 30 jaar geleden een hele nieuwe hobby: hun ambacht demonstreren op markten. Niet zomaar markten, maar historisch verantwoorde middeleeuwse thema evenementen. De uitdaging aangaan om met zo authentiek mogelijke materialen en aankleding je ambacht uit te oefenen. Er even we helemaal een weekeind op uit op z’n middeleeuws. Inclusief slapen in je middeleeuwse tent, je potje koken op een vuurtje, kortom het hele tijdperk naleven. Inmiddels maken ze deel uit van een hele gemeenschap “re-enactors of living history”, opvoerders van levende geschiedenis. Het favoriete tijdperk van Ad en Ineke zijn de middeleeuwen, maar er zijn ook gemeenschappen die zich bezig houden met de Romeinse tijd, de Gouden Eeuw, de Franse tijd, of de 2e wereldoorlog, ieder zijn specialiteit.
Op deze evenementen is de verkoop van handgeschept papier te verwaarlozen, maar Ad en Ineke worden voor dit soort evenementen ingehuurd en hun agenda loopt aardig snel vol. Eén van de plekken waar ze jaarlijks komen is de historische markt in Ter Apel, in het eerste weekeind van september, één van belangrijkste en grootste evenementen in zijn soort in Europa. Ineke verkoopt dan ook mooie handgebonden boekjes waarvan de band gemaakt is uit gelooide zalmhuid. De reacties van het publiek op deze evenementen is soms wat vreemd omdat voor sommigen authentiek ook tegelijkertijd “echt” is. Dan kun je de vraag krijgen of deze activiteit ook je levensovertuiging is, of waar je heen moet als het evenement is afgelopen. Maar dat wordt allemaal weer goedgemaakt door een jongetje van 12 die tegen z’n vader zegt: “Hier is geschiedenis wel leuk”.
Wie bij Francisca binnenloopt, wordt overweldigd door de keur aan uitgestalde poppen.
Wie bij Francisca binnenloopt, wordt overweldigd door de keur aan uitgestalde poppen. De poppendokter is ooit begonnen als verzamelaar van poppen in klederdracht. Maar zoals bij zoveel verzamelaars liep dat uit de hand en werd een liefhebberij een beroep met passie.
Niet dat ze van het restaureren van poppen kan leven, want de arbeidsintensiviteit is niet in geld om te zetten. Anders zou ze niemand kunnen helpen om een geliefde pop tot de vroegere glorie terug te brengen. Poppendoktors zijn dun gezaaid, beëdigd taxateur kan Francisca niet worden om de eenvoudige reden dat er geen mogelijkheden zijn om bij iemand in Nederland een opleiding voor restaurateur van poppen, beren en speelgoed te volgen. Ruim zestig jaar verzamelen geeft echter wel veel expertise. Een poppendokter is zeer veelzijdig bezig, restaureren is meer dan weer in elkaar zetten, het is ook pruiken maken, staarten binden en kleding naaien.
Naast particulieren heeft Francisca ook musea onder haar klanten. Ze is inmiddels zo bekend dat zelfs de fabriek van Steiff in Duitsland klanten op haar pad stuurt. Oude catalogi van producenten van poppen en knuffels helpen haar om de juiste keuzes te maken bij de restauratie. Zo veel mogelijk zal ze de poppen herstellen met de originele materialen en technieken, een tijdrovende activiteit. Het restaureren van een antiek (1926) paard op wieltjes van de firma Steiff kostte al met al 42 uur, de zoektocht naar materialen maar niet meegerekend. Soms komen er ook heel bijzondere opdrachten langs, zoals een pop van Jumeau, ooit gewonnen op de wereldtentoonstelling in Groningen in 1903. Eenzelfde pop was kort daarvoor in New York geveild voor $ 52.000. Niet dat de klanten daarin geïnteresseerd waren, voor hen was het een dierbare herinnering met grote emotionele waarde, zoals bij de meeste klanten van Francisca.
Van een recht eenvoudig stukje smeedijzer weet Joost een kunstig voorwerp te maken.
Opgegroeid in Brabant heeft Joost nog dierbare herinneringen aan de smidse in zijn dorp en hoe mooi hij het vond dat iemand zoiets magisch kon doen met zoiets hard als ijzer.
Na een opleiding bouwkunde als ontwikkelingswerker in Nepal terechtgekomen voor het slaan van waterputten voor Unicef en daar weer in aanraking gekomen met ijzergieterijen voor onderdelen van de pompen. Weer in Nederland en gesetteld in Dalen, was die ervaring uiteindelijk aanleiding om het smeden op te pakken. Joost volgde de cursus in het Smederij Museum in Hellendoorn, hij was de laatste cursist van de oude smid. Na diens overlijden kreeg hij de beschikking over het cursusboek en nu geeft Joost zelf ook al 8 jaar cursussen in zijn smidse in Dalen. Daar is veel belangstelling voor, inmiddels hebben al zo’n 30 à 40 mensen hun certificaat bij hem gehaald.
Ook in zijn dagelijks werk is Joost met staal bezig in de ijzergieterij van Rademaker in Klazienaveen, waar gietijzer wordt gemaakt uit schroot. Daarbij gaat het niet om zomaar wat oud ijzer, er gaat alleen al aan remschrijven 100 ton per week door. Joost werkt in deeltijd en heeft zo’n 15 à 20 uur in de week beschikbaar voor zijn werk. Joost maakt vooral hang- en sluitwerk op bestelling en heeft een kleine, maar mooie collectie voorbeelden om de gedachten van de klanten richting te geven. Daarnaast maak hij terraskachels uit oude gasflessen.
Melissa is haar leven begonnen in de Verenigde Staten en daar is ook het weven begonnen.
Melissa is haar leven begonnen in de Verenigde Staten en daar is ook het weven begonnen. Zoals ze het zelf uitdrukt: “In Maine is het in de winter om vier uur donker en je moet wat!”.
Toen ze Joost leerde kennen is ze naar Nederland gekomen en op een geleend weefgetouw van haar schoonzus het weven weer opgepakt. Gedurende zes jaar heeft ze zich verder bekwaamd op de School voor de handenarbeid in Groningen en een masterclass weven gevolgd. Weven vraagt veel geduld, bij breien kun je meteen beginnen, maar bij weven moet je veel meer voorbereiden aan het weefgetouw. En dat kost best veel tijd. Maar is resultaat is altijd heel bevredigend. In 2001 is Melissa haar eigen weefatelier begonnen. Haar eerste opdracht was theedoeken weven. Nog steeds maakt ze veel huishoudtextiel, voor keukenspullen, maar ook gordijnen, bedspreien en incidenteel ook shawls. Naast opdrachten en bestellingen verkoopt ze ook aan toeristen en mensen uit de regio.
De naam ‘The Homestead’ is ingegeven door de Homestead Act van 1862 toen er stukken land werden uitgegeven aan immigranten om in het verre westen een bestaan op te bouwen. De overgrootvader van Melissa is in de 19e eeuw geëmigreerd uit het uiterste oosten van Duitsland (nu Polen) naar de Verenigde Staten, zijn kleindochter is inmiddels helemaal gelukkig vlakbij de Duitse grens.
Stichting Het Frensenhoes draagt zorg voor het behoud en beheer van deze authentieke timmerwerkplaats en houtzagerij.
De stichting Het Frensenhoes, heeft de zorg op zich genomen voor het behoud en beheer van de authentieke timmerwerkplaats en houtzagerij van vader Jan en zoon Jan Willem Frensen. Jan Frensen (geboren 1889), boerenzoon in Meppen heeft een droom: een eigen bedrijf als timmerman. Na de ambachtsschool richt hij een timmerwerkplaats in in de schuur van zijn vader en in 1916 bouwt hij een timmerwerkplaats op de huidige plek, De Kockstraat 3 in Meppen. In 1919 trouwt hij met Roelofje Bloemendaal en hun zoon, Jan Willem treedt in de voetsporen van zijn vader. Diens weduwe, mevr. Frensen-Kalk brengt de werkplaatsen onder in een stichting die als doel heeft deze historisch interessante plek voor het nageslacht te behouden.
Zowel het bestuur als vrijwilligers helpen, ieder met hun eigen kennis en ervaring, dit erfgoed in stand te houden. Zoals Bert het uitdruk: “een speelplaats voor gepensioneerde timmerlieden”. De vrijwilligers geven regelmatig demonstaties (zie ook hun website voor informatie). Op afspraak zijn er ook arrangementen te regelen voor groepen. De stichting verkrijgt inkomsten uit de verhuur van het voorhuis en de zolderruimte aan de historische vereniging van Meppen en de productie van souvenirs zoals insectenhotels, broodplanken, pizzaborden en traditionele bankjes in diverse maten. In vroeger tijden maakte de timmerman in het dorp ook lijkkisten, pasgetrouwde stellen hadden daarvoor planken op de hildezolder boven de koestal liggen en bij overlijden werden deze ‘hoesholdplanken” naar de timmerman gebracht. Het is soms goed je te realiseren dat dat nog geen 100 jaar geleden was.
Tonnie startte zijn loopbaan op de landbouwschool en omdat de overname van de boerderij van zijn vader geen serieuze optie was,
Tonnie startte zijn loopbaan op de landbouwschool en omdat de overname van de boerderij van zijn vader geen serieuze optie was, ging hij werken op een proefboerderij in Noord-Holland. Daar werden, naar Zweeds voorbeeld, ook wilgen gepland voor de reiniging van vervuilde grond. Wilgen hebben namelijk het vermogen om afvalstoffen uit de grond te verwerken.
Toen zijn zus het ouderlijk huis verliet en de boerderij in Odoorn ter beschikking kwam heeft hij zich geen twee keer bedacht, maar is naar zijn geboorteplek teruggekeerd. Niet alleen maar met een hele lading wilgentenen. En de vraag naar schuttingen van gevlochten wilgentenen bleek zo groot dat hij er met een paar weken al doorheen was. En zo is het gekomen.
Het vlechten van de schuttingen gebeurt op locatie. Voor de staanders worden kastanje palen gebruikt, door het looizuur in het hout blijven die langer goed. Wilgentenen worden oktober geoogst deels op eigen terrein. De periode waarin de wilgentenen verwerkt worden is van januari tot zo ongeveer de tijd van de TT, eind juni. Naast zijn werk als vlechter handelt Tonnie ook in kerstbomen en haardhout tevens werkt hij parttime voor de gemeente Emmen.
Van jongs af aan is Anneke van Berkum bezig met schapen en wol. Het verwerken van natuurlijke materialen is wat haar drijft.
Zo’n 10 jaar geleden ben ik begonnen met het volgen van mijn eerste viltcursus en sindsdien heb ik al vele verschillende soorten wol in mijn handen gehad: van het Drentse heideschaap, merino en alpaca- wol. Ik heb dat verwerkt en gevilt tot mooie objecten zoals lampenkappen, wandelmatjes, kleding, schoenen, sloffen, sjaaltjes enzovoort.
Het afgelopen jaar heb ik mij bezig gehouden met ecoprint. Ecoprint is een printproces waarbij de pigmenten van de bladeren van planten en bomen, door middel van stoom een afbeelding achterlaten. Dit kan op zijde, katoen of wol. Dit proces geeft hele mooie resultaten, en daar word ik heel erg blij van.
Daarnaast ben ik specialist bijenproducten. Mijn man is imker en leraar bijenteelt. Ik verkoop de producten van onze imkerij “de Iemhof” zoals honing, waskaarsen, propolistinctuur en diverse zalven. Alles uit eigen imkerij, waar ik ook rondleidingen verzorg.
Een kleine 40 jaar geleden pakte de geschiedenisleraar Kees van Wijngaarden zelf de bouw van de eigen kapschuur aan.
Een kleine 40 jaar geleden pakte de geschiedenisleraar Kees van Wijngaarden zelf de bouw van de eigen kapschuur aan. Hij werd niet gehinderd door enige kennis van zaken, maar was niettemin vol goede moed. Bovendien kon hij beschikken over de wijze raad van de vakman timmerman Bertus Kuipers uit Exloo.
Daarbij is het niet gebleven, een klus werd een passie en sinds 15 jaar zelfs een bedrijf. Kees bouwt zijn schuren op traditionele wijze, met pen en gat verbindingen. Klanten zeggen wat ze willen, Kees maakt een ontwerp, wat heen en weer gepraat en dan komt er wel iets uit dat maakbaar, wenselijk en betaalbaar is. Kees heeft zo heel wat bouwwerken in en rond Exloo afgeleverd, maar nog nooit twee identieke constructies neergezet. Niet alleen omdat opdrachtgevers allemaal andere wensen hebben, maar ook omdat een gebouw in de omgeving moet passen, het moet horen op die plek. Kees werkt met eikenhout en lariks, vierkante balken betrekt hij bij de zagerij. Rondhout komt ook wel direct uit het bos, vaak met hulp van de opdrachtgever. Dat maakt uiteraard zo’n bouwwerk nog veel sterker ‘eigen’.
Onlangs heeft de kleinzoon van Kees stage bij hem gelopen en het lijkt er op dat er een nieuwe generatie op gaat staan om het ambacht aan door te geven. Dat is mooi, dan kunnen er nog veel meer traditionele schuren in het Drentse land verschijnen. Wat is er mooier dan tevreden opdrachtgevers en verdere verfraaiing van het landschap.
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het herstel van het Hunzedal en in de Elzemaat kan je goed zien wat dit het landschap heeft opgeleverd.
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het herstel van het Hunzedal en in de Elzemaat kan je goed zien wat dit het landschap heeft opgeleverd. Van een recht kanaal door het aardappelland veranderde de Hunze in een kronkelende beek door ruige groenlanden. Het gebied is te vinden ten westen van Eexterveen.
In dit gebied mag de Hunze weer buiten zijn oevers treden. Er ontwikkelen zich in het beekdal allerlei moerasjes en moerasbosjes. De zwarte els is typisch een boom voor zo’n moerasbos. Niet voor niets gaf de boom het gebied de naam ‘Elzemaat’. Ook de otter en de bever komen weer in het gebied voor.
Het gebouwtje in de Elzemaat werd halverwege de vorige eeuw gebouwd om schoon Hunzewater naar een drie kilometer oostelijk gelegen aardappelmeelfabriek te pompen. Stichting Het Drentse Landschap heeft er een informatiepunt en uitkijkpost van gemaakt.
Door de ontwikkeling van nieuwe natuur en het herstel van de oude meanders ligt de Hunze voor een groot deel in een ontoegankelijk moerasgebied. Dit nieuwe natuurgebied kun je het beste verkennen vanaf het water, met een kano of kajak. Bij Breeland Recreatie kun je een kano of een kajak huren. Ook de 48 km lange fietsroute Hunzeroute voert je door het Hunzedal bij de Elzemaat.
Coördinaten: 53°02’29.5″N 6°48’40.2″E
Eppies Bargie (Eppiesbergje), zo heet de hoge grafheuvel in de akkers ten noorden van de weg van Odoorn naar Valthe. Je kunt hem niet missen.
Eppies Bargie (Eppiesbergje), zo heet de hoge grafheuvel in de akkers ten noorden van de weg van Odoorn naar Valthe. Je kunt hem niet missen; er groeien oude eikenbomen op. Ooit lagen hier vele grafheuvels, maar door agrarische activiteiten zijn de meeste verdwenen.
In 1937 heeft prof. Van Giffen Eppiesbergje letterlijk tot op de bodem onderzocht. De heuvel stamt oorspronkelijk uit circa 2500 v.Chr. De steentijd eindigde en de bronstijd kwam. De heuvel bleef in gebruik als begraafplaats. De heuvel werd opgehoogd en er kwamen een krans van stenen en een greppel omheen te liggen.
Na 1200 v.Chr. stopte men met het begraven van de overledenen en ging men voortaan zijn doden cremeren. In het Eppiesbergje zijn ook enkele urnen uit die tijd gevonden. Archeologen ontdekten dat rond de heuvel een groot urnenveld moet hebben gelegen.
Volgens de overlevering is de naam Eppies Bargie ontleend aan de voormalige eigenaar van de aangrenzende gronden, ene Egbert (Eppie) Vos die zich op deze plek zou hebben verhangen.
UNESCO Geopark De Hondsrug heeft een 6-km lange wandelroute uitgezet die ook langs het Eppiesbergje gaat. De route start bij de parkeerplaats aan de Melkweg (Melkweg 42) in Klijndijk, waar ook het informatiebord staat (punt 1). Vanaf de parkeerplaats is het ook een korte wandeling naar het onderduikershol uit de tweede wereldoorlog, in het bos net ten zuiden van de parkeerplaats.
Rondwandeling
1 Parkeerplaats aan de Melkweg. Vanaf hier kan je ook naar het hunebed D35 en het onderduikershol wandelen. Neem de weg naar het noorden langs “De Melkweg”
2 Volg het zandpad langs Hunebed D34
3 Kruising Valtherweg-Odoornerweg. Vanaf hier zie je het Eppiesbergje al liggen.
4 Na 1,1 km rechtsaf in het bos. Hier liggen grafheuvels in de heide
5 Na 400 m rechtsaf op de Valtherzandweg, die overgaat in de Exloërzandweg
6 Na 1,7 km sta je in het Valtherbos. Volg het mooie kronkelpad door het bos langs de begraafplaats.
7 Volg de Albertus Zefatweg en steek de grote Hondsrugweg over
8 Volg de Brinkweg en de Westerweg en sla rechtsaf om langs Hunbebed D35 te lopen. Zo kom je weer bij 1
Coördinaten: 52°50’51.4″N 6°51’58.6″E
De schaapskudde is gehuisvest in de schaapskooi die midden in het dorp Exloo staat. Dit betekent dat de scheper met z’n kudde altijd dwars door het dorp gaat: een unieke beleving en een prachtig gezicht!
Schapen maakten een onlosmakelijk deel uit van het landbouwsysteem op de Hondsrug. Zij waren vooral nodig voor de mestvoorziening. De mest, vermengd met plaggen, moest ervoor zorgen dat de vruchtbaarheid van de essen op peil bleef. Om de schapen te voeden, waren er enorme oppervlakten ongecultiveerde veldgrond beschikbaar bij ieder dorp. De schaapherder bracht ’s morgens de schapen van de boeren naar dit veld en leverde ze ’s avonds weer af. In de stal werden hun uitwerpselen dan verzameld.
Gaandeweg kwamen er meer en meer schapen, met als hoogtepunt de jaren rond 1850. Dorpen hadden soms kudden van een paar duizend schapen. De veldgronden raakten daardoor steeds verder uitgeput. Er was geen boom of struik meer te bekennen en alles veranderde in een zee van paarse heide. Op platgetreden stukken ontstonden stuifzanden die soms de es en de dorpen bedreigden.
De komst van kunstmest aan het eind van de negentiende eeuw maakte de schaapskudden snel overbodig. Zij verdwenen of werden sterk ingekrompen. Voor de wol hoefden de schapen niet gehouden te worden. Die bracht veel te weinig op.
De schapen van deze kudde waren vroeger eigendom van de diverse boeren uit het dorp. De scheper haalde de schapen ’s morgens bij de boerderijen op en bracht ze ’s avonds terug. Als vergoeding kreeg de scheper de kost bij de boeren.
De Exloër kudde was tot 1960 in particuliere handen. Vanwege de hoge exploitatielasten dreigde de kudde te verdwijnen. Op initiatief van de toenmalige burgemeester J. van Roijen is de kudde door de gemeente aangekocht. Nu is de kudde in beheer bij de Stichting Schaapskudde Exloo, die de herder inhuurt. De kudde telt ruim 250 schapen van het ras het Drentse heideschaap. Tijdens de lammertijd verdubbelt dit aantal.
De schaapskudde is gehuisvest in de schaapskooi die midden in het dorp Exloo staat. Dit betekent dat de scheper met z’n kudde altijd dwars door het dorp gaat: een unieke beleving en een prachtig gezicht! De gang door het dorp zet als het ware de tijd even stil.
Vanaf de paasvakantie tot en met de herfstvakantie trekt de scheper er met z’n kudde dagelijks op uit. Buiten deze periode alleen in de weekenden, in de schoolvakanties dagelijks. Mede namens Staatsbosbeheer verzoeken we je dringend op de paden te blijven en niet door de heide te lopen, in verband met de territoria van de reptielen.
De Schaapskooi is gevestigd in het gebouw naast de boerderij aan Hoofdstraat 55 in Exloo. Je kunt gratis parkeren op het algemene parkeerterrein van het dorp Exloo. Volg hierbij de borden ‘lang parkeren’. De maximale loopafstand is 400 meter.
Coördinaten: 52°52’56.6″N 6°51’49.7″E
Ten noorden van Odoorn liggen de Odoornerdennen. Dit bos bevindt zich op een voormalige zandverstuiving en je kunt er mooie wandelingen maken.
Ten noorden van Odoorn liggen de Odoornerdennen. Dit bos bevindt zich op een voormalige zandverstuiving. Indertijd werd het bos door de boeren aangelegd om een eind te maken aan de overlast van het stuifzand op de akkers. Uiteindelijk is hier een mooi, gevarieerd natuurgebied ontstaan.
Op tal van plaatsen in dit gebied kan je nog prachtige stukjes heide met grote jeneverbesstruiken vinden. Deze delen van het veld waren vroeger te heuvelachtig om te ontginnen.
Wandelend in het bos zal je zien dat er brede stroken gekapt zijn. Dit is met name bedoeld om het voor dieren eenvoudiger te maken om zich te verplaatsen. Dankzij zo’n ‘natuursnelweg’ komen de dieren gemakkelijker met soortgenoten elders in aanraking.
De wandeling ‘Tijdreisroute Leewal‘ gaat ook langs de Odoorner Dennen en levert interessante historische gegevens over het gebied. Ook Staatsbosbeheer heeft een wandelroute van 3 kilometer uitgezet, gemarkeerd met rode paaltjes. Deze wandeling kan je beginnen vanaf de parkeerplaats aan de Exloërweg. Een tweede wandeling gaat over het Molenveld.
Coördinaten: 52°51’42.9″N 6°51’14.8″E
Vroeger joeg het Drouwenerzand reizigers de stuipen op het lijf. Het was één grote, kale zandvlakte waar de wind ongenadig tekeer kon gaan en waar het zand je langs je gezicht striemde. Wie nu door het Drouwenerzand loopt,…
Vroeger joeg het Drouwenerzand reizigers de stuipen op het lijf. Het was één grote, kale zandvlakte waar de wind ongenadig tekeer kon gaan en waar het zand je langs je gezicht striemde. Wie nu door het Drouwenerzand loopt, zal niet bang zijn. Hooguit verwonder je je over zoveel prachtige natuur. Het Drouwenerzand heeft de status van ‘Aardkundig monument’, het eerste in Drenthe.
Feitelijk zijn de meeste Drentse stuifzanden niet het werk van de natuur, maar zijn ze vooral mensenwerk. De boeren lieten teveel schapen op de hei lopen en staken er teveel plaggen. Er reden teveel wagens over het veld. Gevolg was dat het bovenste laagje van de hei brak en het witte zand eronder op drift raakte. De wind joeg het zand op tot hoge duinen. Aan het begin van de 20e eeuw bedwong de mens de ontketende natuur door het Drouwenerzand vast te leggen met duizenden dennen. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft de afgelopen jaren veel bomen gekapt om het stuifzand weer tot leven te brengen.
In en rond het Drouwenerzand zijn volop mogelijkheden om te wandelen. Het mooist is te (ver-) dwalen over de zandige vlakte.
Coördinaten: 52°57’24.1″N 6°47’52.4″E
Het Schapenpark bij het dorp Odoorn aan de overkant van de N34 is een fraai heideveld. Een parkachtig landschap met hier en daar een boom of een groepje bomen. En natuurlijk lopen er heel veel schapen. Midden in…
Het Schapenpark bij het dorp Odoorn aan de overkant van de N34 is een fraai heideveld. Een parkachtig landschap met hier en daar een boom of een groepje bomen. En natuurlijk lopen er heel veel schapen. Midden in het Schapenpark staat het megalitische kunstwerk ‘Ode aan de Zon’ van Rob Schreefel. Vanaf de kunstmatige heuvel ‘Poolshoogte’ met zijn hoge uitkijktoren heb je een prachtig uitzicht over het gebied.
Er is een tijd geweest dat het Schapenpark een bos was zoals alle Staatsbossen in de buurt. Een zware storm in het najaar van 1972 velde in een paar uur tijd in het gebied tienduizenden bomen.
Staatsbosbeheer besloot geen nieuwe bomen aan te planten, maar omheinde het terrein dat bijna 300 hectare groot was. Op dit enorme ‘weiland’ kwamen honderd Drentse heideschapen die er het hele jaar door mochten rondscharrelen. Hun eetlust moest ervoor zorgen dat het Schapenpark niet weer zou dichtgroeien.
In 1934, bij de tweede ontginningsfase van het gebied, werd in opdracht van boswachter Meelker een heuvel van 13 meter hoogte opgeworpen, naar een ontwerp van zijn zoon, die ook de naam Poolshoogte bedacht. De “klus” werd verricht vanuit de werkverschaffing. De arbeiders moesten dit aanvankelijk met schop en kruiwagen doen. Vanaf de top kon de omtrek goed in gaten gehouden worden: men kon er “poolshoogte nemen”.
Vanaf de parkeerplaats bij Poolshoogte kun je de met gele paaltjes aangegeven wandelroute lopen van Staatsbosbeheer. Deze route van 8 kilometer neemt je mee door de geschiedenis van het bosgebied.
Coördinaten: 52°52’22.3″N 6°48’57.8″E
Tussen Anloo en Schipborg ligt een natuurgebied met een dubbele naam, namelijk De Strubben-Kniphorstbosch. De Strubben zijn bosjes op de overgang van de es naar het heideveld. Dit gebied is rijk aan archeologische sporen.
Tussen Anloo en Schipborg ligt een natuurgebied met een dubbele naam, namelijk De Strubben-Kniphorstbosch. De Strubben zijn eikenbosjes op de overgang van de es van Schipborg en het heideveld. In het zuidoosten van het gebied liggen grote open stukken. Dat waren vroeger zandverstuivingen met mooie paraboolduinen. Ertussen vind je het Kniphorstbosch. Hier liet destijds de familie Kniphorst de heide ontginnen om er een bos aan te leggen voor de houtteelt.
Het is een gebied met veel archeologische monumenten. Onderweg in De Strubben Kniphorstbosch kom je langs twee hunebedden en tientallen grafheuvels. Je ziet er karrensporen uit voorbije eeuwen en bomkraters uit de Tweede Wereldoorlog.
Behalve de huidige twee hunebedden moeten de boeren van de trechterbekercultuur (3400-2850 v.Chr.) er destijds in elk geval nóg twee hunebedden meer hebben gebouwd. Archeologen hebben de plek van deze verdwenen hunebedden kunnen vaststellen en misschien kan jij ook dit prachtige plekje vinden…
Verder vind je in De Strubben Kniphorstbosch tientallen grafheuvels uit vrijwel alle prehistorische perioden. Eén van de grootste is de Galgenberg. In de middeleeuwen koos men het liefst dit soort opvallende plekken uit om veroordeelden op te hangen. Dagenlang lieten de gezagsdragers het lijk op de heuvel hangen om voorbijgangers te laten zien hoe het afliep met mensen die niet wilden deugen. Op een van de galgenbergen is ook een markensteen geplaatst om de grens tussen de verschillende marken aan te geven.
Sinds 2000 is De Strubben-Kniphorstbosch het eerste en tot nu toe enige archeologisch reservaat van Nederland.
Strubbenbossen zijn een stukje typisch Drentse natuur. Het woord ‘strubbe’ betekent kreupelhout. Strubben bestaan uit lage, grillig gevormde eikenbomen. Veel zware takken lopen bijna over de grond. Hun opvallende vorm kregen de strubben doordat de schapen aan de takken van de jonge boompjes aan de rand van het veld knaagden. Toen de schapen verdwenen zijn de eiken in grillige vormen opgeschoten. Jammer genoeg zijn de strubbenbosjes bij de meeste dorpen verdwenen toen de heidevelden werden ontgonnen.
Het hout in de Strubben werd om de tien à vijftien jaar gekapt. Vaak gebeurde dit door de eekschillers. Ze verkochten de eikenbast aan de leerindustrie die er looizuur van maakte. De bundeltjes hout verkochten de eekschillers in de dorpen als brandhout. Op de stronk liepen dan weer nieuwe eikenstammen uit. Toen de schapen de heide verlaten hadden, groeiden de meeste Drentse strubbenbossen dicht met opslag. In 2012 zijn hier in De Strubben veel bomen gekapt om het open landschap van vroeger terug te krijgen.
Het Kniphorstbosch dateert uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Eerst was het een landgoed met ouderwetse ‘bomenakkers’. In de loop van de tijd is het uitgegroeid tot een gevarieerd bos met loofbomen en naaldhout. Aan de rechte lanen met beuken of eiken aan weerszijden kun je nog goed zien dat de familie Kniphorst hun bos als een landgoed heeft aangelegd. Staatsbosbeheer probeert dit oorspronkelijke karakter zo goed mogelijk vast te houden. Hier en daar zijn enkele bospercelen gekapt waar zich spontaan nieuw bos kan ontwikkelen.
Vanaf de verschillende parkeerplaatsen rondom het Strubben-Kniphorstbos kun je mooie wandelingen maken. De wandelingen zijn met een paaltje aangegeven. Er zijn ook gegidste wandelingen van het Nationaal Park Drentsche Aa.
Coördinaten: 53°03’35.4″N 6°41’04.4″E
Het Hondsruggebied rondom Exloo is rijk aan overblijfselen uit de ijstijden. Bij het Hunzebos zie je een mooi voorbeeld van een droogdal, ontstaan in de laatste ijstijd, toen de ondergrond permanent bevroren was. Er zijn twee […]
Het landschap rond Exloo is het kloppend hart van De Hondsrug UNESCO Global Geopark. Het glaciale Hondsruglandschap is er nog grotendeels onaangetast aanwezig en is rijk aan overblijfselen uit de ijstijden, maar ook een hunebed en prachtige grafheuvels. Hier vind je het Hunzebos en Leewal, een raadselachtige steile wal die door het landschap kronkelt.
De rijke geschiedenis van dit gebied kun je op een bijzondere manier beleven, met de Tijdreisroute Leewal en het Sabeltandtijgerspoor. De eerste is een wandeling van 7,5 kilometer voor volwassenen, de tweede een speelroute voor kinderen van ongeveer 2 kilometer door het sprookjesachtige Hunzebos. Voor beide routes is een app ontwikkeld waarmee je nog meer beleeft, met virtual en augmented reality, 360gradenfilmpjes en games. Klik op de linkjes voor uitgebreide informatie hierover.
In de laatste ijstijd, het Weichselien, was het in het Hondsruggebied hartje zomer niet meer dan een paar graden boven nul en bleef de grond permanent bevroren. Sneeuwsmeltwater kon dan korte, diepe dalen uitslijten in de flank van de Hondsrug. Bij het Hunzebos bij Exloo kun je daar een mooi voorbeeld van zien. Geologen noemen het een droogdal.
Tussen het Molenveld en de Westeresch van Exloo ligt de Leewal. Deze langgerekte en grillige rug bestaat voornamelijk uit zandige afzettingen. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de Leewal bestaat uit een aaneenschakeling van paraboolduinen die zijn ontstaan door uitwaaing van zand uit het naastgelegen Molenveld. Wanneer dit gebeurde is nog niet helemaal duidelijk. Dit was waarschijnlijk het gevolg van overbegrazing van de nabijgelegen heidevelden.
De droogdalen ontstonden in de Weichsel ijstijd, toen de ondergrond permanent was bevroren. ’s Zomers smolt de sneeuw en begon het bovenste laagje van de bodem te ontdooien. Het smeltwater spoelde de ontdooide grond van de Hondsrug naar beneden. Jaar in jaar uit herhaalde dit proces zich. De dalen werden steeds breder en dieper. Na de ijstijd verdween de vorst uit de bodem en kon het regenwater in de bodem wegzakken en kwam het dal droog te liggen. Vandaar de naam ‘droogdal’.
Bij het zwembad De Leewal beginnen twee interessante routes:
Coördinaten: 52°52’12.3″N 6°51’31.5″E
Flinten zijn zwerfstenen. Ze werden gebruikt voor het bouwen van hunebedden. Binnen een straal van één kilometer langs deze route tref je maar liefst 18 hunebedden aan.
Flinten zijn zwerfstenen. Langs de route kom je deze keien veelvuldig tegen. Binnen een straal van één kilometer langs deze route tref je maar liefst 18 hunebedden aan. De kleinere zwerfkeien zijn gebruikt voor de aanleg van paden en wegen. De Flintenroute gaat langs vele vormen van ‘zwerfsteenkunst’ in de omgeving van Hunebedhoofdstad Borger. Op Drenthe.nl staat de route als fietsknooppuntenroute, met beschrijving en interactieve kaart. De route voert je langs mooie en belangrijke geologische, archeologische en culturele hoogtepunten van de Hondsrug.
Borger is de ‘Hunebedhoofdstad’ van Nederland. In het Hunebedcentrum vindt u informatie over de hunebedden en over de Trechterbekercultuur. Er wordt een beeld geschetst van de wijze waarop de hunebedden tot stand gekomen zijn en het laat zien hoe het dagelijks leven van de hunebedbouwers zich voltrok. Verder ziet u een overzicht van andere archeologische monumenten, zoals grafheuvels, urnenvelden, Celtic Fields (akkercomplexen) en oude karrensporen. Naast het Hunebedcentrum ligt het grootste hunebed van Nederland.
Halverwege Borger en Drouwen liggen 5 hunebedden bij elkaar nabij het plaatsje Bronneger. Eén van de hunebedden (de meest westelijke) is waarschijnlijk het meest gefotografeerd omdat een eikenboom zich in het hunebed heeft genesteld.
In het glooiende landschap van de boswachterij Exloo zijn nog veel sporen uit het verleden te vinden. Midden in het bos ligt een hunebed en overal liggen grafheuvels. En zo maar op een splitsing ligt naast een dikke eikenboom een dikke steen. Dit is een zogenaamde markensteen, die vroeger de grens aangaf tussen de marken van Odoorn, Exloo en Buinen. Dieper in het bos treffen we diverse diepe ronde kraters aan; de zogenaamde pingo-ruïnes. Deze stammen uit de IJstijd.
In de boswachterij Odoorn is tijdens de storm van 1972 een groot deel van het bos omgewaaid. De ene helft is herplant en de andere helft is een open vlakte gebleven die door schapen wordt begraasd. In de boswachterij ligt een 15 meter hoge heuvel met een uitkijktoren en theehuis. De heuvel wordt Poolshoogte genoemd. De heuvel is aanvankelijk met schop en kruiwagen tijdens de werkverschaffing in 1934 opgeworpen. Vanwege de bloedblaren aan de handen kreeg de heuvel de bijnaam de Bloedberg. Voor de kleinsten onder ons lijkt het bos om Poolshoogte ‘behekst’. Vanuit het theehuis start een kinderwandelroute over de heks Ipsewips.
Odoorn wordt voor het eerst vermeld in 1327 en is ontstaan langs één van de oude verbindingswegen van Coevorden naar Groningen. Het 12e eeuwse koor van de hervormde kerk is tot ongeveer 3 meter hoogte bekleed met zwerfstenen en de muur is ruim 1 meter dik. De rest van de kerk stamt uit 1856.
In de huidige tijd is Odoorn bekend geworden door de Drentse Wandel4Daagse rond Hemelvaartsdag en het grootste Internationale Folklorespektakel van Nederland met dans, zang, muziek en klederdrachten.
Langs de weg van Odoorn naar Valthe ligt links een opvallende grafheuvel genoemd naar een zekere Egbert. Hij zou zich op deze grafheuvel door ophanging van het leven hebben beroofd. Zijn koosnaam `Eppie’ bleef aan de grafheuvel gekoppeld.
Valthe wordt voor het eerst genoemd in 1217. Echter in de oudheid is de streek al bewoond geweest. In de nabijheid van Valthe liggen diverse hunebedden en grafheuvels. In het centrum en aan de rand van het dorp staan nog oude boerderijen ten oosten van het dorp werd in 1621 de Valterschans aangelegd om de Valtherdijk (de weg naar het klooster van Ter Apel) te verdedigen.
Volgens doctor J. Picardt (1600-1670), dominee, dokter en historicus te Rolde en Coevorden, zouden de straten van Coevorden zijn geplaveid stenen afkomstig van de ruïne van rijke hoogbeschaafde stad Hunsow. Hij stelde zelf een onderzoek in en vond een stratenpatroon van stenen. Deze legendarische stad gelegen tussen Borger en Valthe zou in 808 door de Noormannen zijn verwoest.
Exloo wordt voor het eerste genoemd in 1376. Exloo is een typisch Drents esdorp. Op een klein stukje nieuwbouw na is het een verzameling boerderijen, los opgesteld langs de straten. Een kerk ontbreekt; de Exlooërs kerkten in Odoorn. Het monumentale Bebingehoes uit 1722 is in 2017 afgebrand. Er tegenover ligt de schaapskooi met informatiecentrum. Vanuit deze schaapskooi vertrekt een schaapskudde naar het nabij gelegen Molenveld; een fraai heidegebied met jeneverbesstruwelen. Ook is Exloo bekend van het Internationaal Festival van Oude Ambachten.
Vakantiepark Puur Exloo
Terug naar beginpunt in Drouwen via Torenlaan en Hoofdstraat. Je kunt de route nog iets verlengen door vanaf Borger via knooppunten 94 en 86 terug te fietsen naar Drouwen.
Van Gogh was één van de vele kunstenaars die naar het Hondsruggebied reisde, op zoek naar de schoonheid van het Drentse landschap. Met deze fietsroute bij de hand kun je Vincent ‘vergezellen’ op zijn tocht in […]
Het Van Gogh Huis
Het Van Gogh Huis is het enige, voor publiek toegankelijk huis in Nederland, waar Vincent heeft gewoond en gewerkt. Wanneer je het huis bezoekt krijg je een persoonlijke rondleiding, bezoekt u de gelagkamer en de slaapkamer van Vincent en krijgt een mooie film te zien. In de winkel vind je leuke cadeautjes. In de ontvangstruimte bevindt zich de expeditiepoort ‘Kunstenaars op de Hondsrug’. De verhalen van de negen hotspots binnen deze verhaallijn worden uitgelicht om de bezoeker een indruk te geven van wat het onderwerp is op deze locaties.
Onderweg kom je de brug tegen die Van Gogh schilderde. Op deze plek staat ook een lijst. Als je door de lijst heen kijkt, zie je wat Van Gogh ook zag.
Wist je dat Van Gogh deze route ook heeft genomen?
Oude weg
Dit is een zeer oude weg, deel van de vroegere verbinding tussen Coevorden en Groningen, waarlangs de heerlegers trokken. Heirweg nummer 36 (links) is het voormalige armenhuis van de Diaconie van de Hervormde Kerk van Sleen. Ernaast ligt een enorme zwerfkei.
Korenmolen De Hoop
De Hoop is een korenmolen in het Drentse dorpje Sleen. De molen werd in 1914 gebouwd met behulp van onderdelen van molen De Gunst uit Amers- foort. De Stellingmolen verving een grondzeiler die eerder dat jaar was afgebrand. In de periode 1953-1956 en in 1976 werd de Korenmolen gerestaureerd. De Hoop is uitgerust met een koppel maalstenen. Als de wimpel uithangt is de molen te bezichtigen.
Kerk in Sleen
De Hervormde kerk is in het begin van de vijftiende eeuw gebouwd. De toren, met een hoogte van 59 meter en 37 centimeter boven het maaiveld, is de hoogste kerktoren van Drenthe. In 1867 brandde de toren door blikseminslag uit. Door geldgebrek kwam er pas in 1923 een nieuwe spits op de toren. Van Gogh schrijft hierover: ‘werden een ouden stompen toren op een kerkhofje met aarden wal en beukenheg’
De Molen van Noordsleen
De molen Albertdina in Noord-Sleen is een zogenaamde grondzeiler. De molen werd in 1906 gebouwd met gebruikmaking van de afgebroken korenmolen Apollo uit het Groningse Usquert. Dit ter vervanging van een molen die op dezelfde plek in 1904 was gebouwd en die was afgebrand. Thans heeft de molen Oudhollands opgehekte roeden met zeilen en een lengte van drieëntwintig meter. De molen is ingericht met één koppel maalstenen en maalt af en toe op vrijwillige basis. De huidige eigenaar is de gemeente Coevorden.
De Elsiessteen
Over deze Elsiesstien wordt het volgende verhaal verteld. Lang geleden reden twee boerenwagens met een aantal mensen door het heideveld in de richting Noord-Sleen. Er dreigde onweer en in de verte werden al bliksemschichten waargenomen. Plotseling steigerde het paard van de voorste wagen. De boer kon het paard nog net op tijd tot bedaren brengen en reed verder. Op dezelfde plek begon ook het paard van de tweede wagen te steigeren. De voerman sprong van de wagen en greep het paard bij het hoofdstel. Bij het licht van een bliksemflits zag één van de vrouwen op de tweede wagen wat vreemds aan de kant van de weg liggen. Er werd halt gehouden en het bleek een jonge vrouw te zijn, badend in het bloed. Ze zal ongeveer twintig jaar zijn geweest. Ze was knap en had lang zwart haar. Een mes stak in haar borst… De schulte van Sleen werd gewaarschuwd en die kwam al spoedig met assistentie. Het lijk lag juist op de grens tussen de marken van Zweeloo en Sleen. Waar was nu de moord gepleegd? Niemand kende de jonge vrouw. Bij verdere naspeuringen bleek dat een boer uit Aalden kon vertellen dat de vrouw Elsie heette. Zij had bij hem haar nood geklaagd en hij had haar uit medelijden verzorgd. Ze kwam helemaal uit Gelderland en was met reizende goochelaars naar deze streek gekomen. De moordenaar is niet gevonden, maar Zweeloo en Sleen wilden de kosten van het begraven van het lijk op elkaar afschuiven. De drost besliste tenslotte dat de vermoorde vrouw zou worden begraven op het kerkhof van Zweeloo op kosten van de Slener marke. Op de plaats waar het lijk werd gevonden is later deze Elsiesstien geplaatst, als scheidingsteken tussen de beide marken.
De Prinses van Zweeloo
Uitzonderlijk rijke graven uit de vroege middeleeuwen zijn maar weinig gevonden in Drenthe. Daarom is het graf van ‘de prinses van Zweeloo’ zo bijzonder. De grafvondsten zijn te bezichtigen in het Drents Museum.
Het Torentje van Zweeloo
Dit torentje is gedekt met houten schaliën. Voor de ingang van de kerk ligt een heidense offersteen. Over dit kerkje schrijft Van Gogh: ‘ik kwam voorbij een oud kerkje, net precies l’Eglise de Greville van het schilderijtje van Millet van Luxemburg; hier kwam in plaats van het boertje met de spade van dat schilderij, een herder met een koppel schapen langs de hegge. In ’t fond zag men niet het doorkijkje op de zee, doch alleen op de zee van jong koren, de zee der voren in plaats van die der golven.’
Van Gogh hoopte hier Max Liebermann te ontmoeten. Deze was echter reeds vertrokken. Vincent maakte hier de tekening ‘oud wijfje aan het spinnewiel’. Het Kunstenaarscafé is één van de hotspots binnen de verhaallijn Kunstenaars op de Hondsrug.
Molen van Aalden
Deze molen staat al sinds 1652 op de huidige plaats, aan de Molenwijk 13 in Aalden.
Oud-Aalden
De door Van Gogh zo lyrisch beschreven mosdaken van huizen, stallen en schaapskooien vind je nog terug in Oud-Aalden. Het oude esdorp bestaat volledig uit Saksische boerderijen en is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. In één van deze boerderijen vind je het pannenkoekenhuis ’t Hoes van Hol-An.
Boerenwagen
Hier zit je op de route die Van Gogh in omgekeerde richting reed op de boerenwagen met zijn logementhouder, heer Scholte.
Sleen
Rechts zie je een natuurreservaatje met enkele percelen grasland, omzoomd door elzenhout. Even later doemt links voor je de molen Noord-Sleen op en rechts de ranke toren van Sleen, met weer rechts daarvan molen De Hoop.
Fiets via de Banner-schultestraat het dorp door en ga aan het eind van de weg rechtsaf (’t Eng) het fietspad op richting Erm. Bij het verkeersbord Sleen-Broekveld ga je rechtsaf (Oldengaerde) en bij de eerstvolgende kruising sla je linksaf, (Hellingenweg).
Kerken in Sleen
Hier stond links de oude Protestantse kerk, rechts zie je nu de Gereformeerde Kerk.
Bij de driesprong ga je rechtsaf en kom je langs recreatiegebied Het Ermerzand. Bij de kruising ga je linksaf (Jongbloedvaart). Aan het einde van de straat ga je linksaf (Oosterhesselerweg) en fiets je langs de Verlengde Hoogeveensche Vaart. Je gaat onder het viaduct door en bij de kruising steek je de brug over en vervolg de route langs het kanaal aan de zuidelijke oever. Blijf waar mogelijk op het fietspad. Aangekomen in Veenoord wacht je aan je rechterhand een weerzien met het Van Gogh Huis.
In de weg zit een bocht om een zogenaamde zwaaikom. Een zwaaikom is een plaatselijke verbreding van een kanaal waar schepen die langer zijn dan de breedte van de vaart kunnen keren. Een eindje verder ziet je dat de waterstand van het kanaal hoger is dan het land. Aan de zuidkant van het bos zie je de spoorlijn liggen op een verhoogde ‘dijk’. In deze omgeving heeft Vincent zijn schilderij ‘Landschap met veenstammen’ getekend.
De fietsroute Toer langs de boer neemt je mee naar vroeger én naar nu. Langs sporen van prehistorische landbouw, middeleeuwse boerendorpen, oude en nieuwe boerderijen, door het esdorpenlandschap, langs beekdalen, hoogveenontginningen, heidevelden en ruilverkavelingsgebieden. En je […]
Fiets je de route Toer langs de boer dan betekent dat genieten van het Drentse boerenland en de unieke plekjes die je er kunt vinden. Stap op de fiets en bezoek bijzondere locaties zoals het Kerkje van Van Gogh, hunebed de Papeloze Kerk, het meertje de Kibbelkoele en niet te vergeten de schitterende expositie Boeren op de Hondsrug in Museumboerderij De Nabershof in Emmen.
De boerenbedrijven Weitkamp en Hilhorst vind je in Noord-Sleen en kun je bezoeken. Wanneer je de beachvlag WELKOM buiten ziet staan is de boer telefonisch bereikbaar (nummer staat op het bord bij de locatie) om een rondleiding in het bedrijf te geven.
We hebben en mooie folder voor je samengesteld die je bij de Tourist Informatiepunten in de omgeving kunt ophalen. Een pdf van de folder kun je hier downloaden.
Vanaf de Nabershof ga je rechtsaf op het Noordeind richting het centrum van Emmen. Nog voor het kruispunt steek je de weg over naar de Langrafweg deze straat volg je en slaat aan het einde rechtsaf naar de Schietbaanweg langs de N381. Rechts zie je de bolle Emmeresch.
Volg de Schietbaanweg 1,5 km en ga rechtsaf bij bordje 41. Na een paar honderd meter heb je de gelegenheid om Hunebed D42 te bezoeken. Vervolg de weg en sla linksaf op de Sluisvierweg en vervolgens ga je over het Oranjekanaal rechtsaf het fietspad op, onder de N34 door. Na 1,7 km sla je linksaf naar De Hullen (niet bordje 35 volgen).
Na 500 meter heb je langs de Hullen de gelegenheid om het verhaal van de verdwenen boortoren te ontdekken in het Kraterbosje. Hierna blijf je de weg volgen en na 700 meter ben je aangekomen bij de eerste hotspot van de fietsroute!
Altijd al eens een kijkje bij de boer willen nemen? Dan is dit je kans. De familie Hilhorst en Weitkamp, beiden wonend op De Hullen en tevens buren, openen hun deuren voor het geïnteresseerde publiek. Samen vormen zij namelijk de nieuwe hotspot! Wanneer de rode vlag wappert ben je welkom om een kijkje te nemen op het erf van deze boeren. Hier zijn echter wel een aantal regels aan verbonden: Bel het nummer wat is aangegeven op het informatiebord. Hiermee laat je weten dat je interesse hebt om even een kijkje te nemen. Wil je alleen even uitrusten aan de informatietafel van de boeren dan hoef je niks te laten weten en kun je rustig gaan zitten en genieten van de omgeving.
Vervolg de weg en ga rechtsaf op De Hullen (bij de t-splitsing rechtsaf). Na 1,7 km ga je rechtsaf op ’t Haantje. Hierna ga je linksaf en langs het Bosbad het Sleenerzand in. Aan je linkerzijde tref je de Kibbelkoele. Bij de splitsing met ANWB paddenstoel 62753 ga je links en blijf dit fietspad volgen. Steek de drukke N376 over en ga rechtsaf (noord) op het fietspad langs de N376.
Na 1,4 km kun je hunebed “De Papeloze Kerk” bezichtigen. Op de informatieborden staat aangegeven hoe je hier kunt komen. Vervolg het fietspad nog 400m langs de weg en sla dan linksaf op de Schapendijk (grote steen Sleenerzand). Volg de Wolvenspoor route tweemaal, na 700 meter weer naar het zuiden.
Fiets in zuidelijke richting door het Sleenerzand, richting knooppunt 33. Na 1 km zie je de Galgenberg (grafheuvel). Hier kun je je fiets parkeren voor een bezoek aan het laatste overgebleven stuk van de Celtic Fields in het Sleenerzand; op een van de informatie borden staat aangegeven hoe je daar kunt komen.
Vanaf knooppunt 33 fiets je onder de N33 door naar knooppunt 07. Hier ligt Elsie’s steen, een zwerfkei en de oude markegrens tussen Sleen en Zweeloo. Een steen met een verhaal. Vanaf hier rechtsaf naar knooppunt 67 in Zweeloo.
Vlak voor Zweeloo Zweeloo tref je aan de rechterzijde het kerkje dat Van Gogh ooit heeft geschilderd, zeker de moeite waard om even af te stappen en te bezichtigen. Vervolgens ga je rechtdoor en sla vervolgens linksaf naar de Hoofdstraat. Deze weg wordt na de brug de Aelderstraat. Deze weg blijf je volgen richting knooppunt 68, Oud Aalden.
Na 1 km, wanneer je bijna Aalden uitgaat ga je bij de ANWB paddenstoel linksaf naar knooppunt 68. Hier kun je genieten van het authentieke esdorp Oud Aalden met Saksische boerderijen. Vervolg de weg Oud Aalden en ga rechtdoor richting knooppunt 67. Eenmaal op de Koemarsdrift ga je rechtsaf en via de Hormaatsdijk richting Benneveld. Bij de ANWB paddenstoel 24925 sla je linksaf.
Bij de ANWB paddenstoel 24924 ga je rechtsaf naar Benneveld, richting knooppunt 72. Deze weg volg je 3km. Aan je rechterzijde kun je genieten van het prachtige uitzicht over de hooilanden langs de Westerstroom. Vanaf knooppunt 72 volg je de route naar 08 in Sleen.
Wanneer je bent aangekomen in Sleen vervolg je de weg over de Schaapstreek en fiets je langs de brink en kerk van Sleen. Volg hier route richting 07 en ga linksaf naar de Groningerweg bij de ANWB paddenstoel 23345. Blijf op de Groningerweg tot en met de Zweeloërstraat (Sla niet linksaf naar route 07).
Aangekomen op de Zweeloërstraat ga je rechtsaf. Als je de hunebedden D50 en D51 wilt bezoeken sla je na enkele meters linksaf waar de hunebedden worden wordt aangegeven.
Na 500 meter kun je een bezoekje brengen aan de prachtige molen van Noord-Sleen, Albertdina. Draai vervolgens om, om via de Binnenweg naar de Emmerstraat te fietsen richting knooppunt 14. Vanaf hier volg je de route 15 richting Westenesch.
Nadat je knooppunt 15 bent gepasseerd, volg je de route naar knooppunt 19 waar je het kanaal weer oversteekt. Aan je linkerzijde zie je een Kazemat in het midden van een weiland. Het lijkt op een oud trafo hokje, echter is dit een overblijfsel uit de tweede wereldoorlog en maakte deel uit van een verdedigingslinie. In Westenesch kan je hunebed D44 bezichtigen.
Vanaf knooppunt 19 fiets je verder richting knooppunt 21. Eenmaal aangekomen op de Hondsrugweg sla je linksaf om zo weer terug te keren bij de Nabershof. Hier kan je de route afsluiten met een bezoekje aan het langgraf (hunebed D43) of koffie in de tea room van het museum.
Deze fietsroute van ongeveer 44 kilometer langs prehistorische hoogtepunten start en eindigt op de Grote Markt van Groningen
De stad Groningen is al in de elfde eeuw ontstaan op een plek waar ooit twee oude Drentse esdorpen met brinken hebben gelegen. De ligging van de stad is niet toevallig; Groningen is strategisch gelegen op het meest noordelijke deel van de Hondsrug, op de overgang van zand naar klei en is geflankeerd door moeilijk begaanbare hoogveenmoerassen. Dat betekende dat de bewoners relatief veilig waren voor zowel hoog water als indringers. Ook voor de handel was de ligging aan de overgang tussen klei en zand en nabij de Drentsche Aa bijzonder gunstig.
De Hondsrug heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de stad Groningen en het gebied rondom het Hondsrugdorp Haren. Veel van die (prehistorische) geschiedenis is nog steeds zichtbaar in het landschap: een uitnodigend decor voor een ‘prehistorische fietstocht’ vanaf de Grote Markt tot aan de hunebedden in Noord- en Midlaren.
Het Hondsruggebied ten zuiden van de stad Groningen kenmerkt zich door een viertal kaarsrechte heuvelruggen die in de voorlaatste ijstijd zijn ontstaan. De meest oostelijke en prominente is de Hondsrug, die van Groningen tot aan Emmen loopt en 70 kilometer lang is. Vanwege zijn unieke geologische geschiedenis is het Hondsruggebied aangewezen als het eerste Geopark van Nederland en werd in 2015 uitgeroepen tot UNESCO Global Geopark.
Het ontstaan van de Hondsrug begon ongeveer 150.000 jaar geleden tijdens de Saale ijstijd. Een enorme ijsmassa baande zich toen een weg door het landschap. Smeltwater en ijs stuwden en kneedden het land tussen Coevorden en Groningen. Zo ontstond een aantal evenwijdige heuvelruggen die pas echt goed zichtbaar werden toen al het ijs was gesmolten. De Hondsrug wordt al duizenden jaren bewoond en bereisd. Vroeger was het de enige plek in de regio waar mensen hoog en droog genoeg konden wonen, op veilige afstand van veenmoerassen en de zee. Zichtbare herinneringen aan die tijd zijn de hunebedden die zo’n 5500 jaar geleden werden gebouwd.
Fiets de Gelkingestraat in, rechts van de Drie Gezusters.
Deze route is ook als POP-UP route te fietsen. Onderweg zijn tussen 10:00 tot 17:00 uur de volgende POP-UP locaties te bezoeken wanneer de vlag Ontdek Prehistorisch Groningen is geplaatst * Haren: Klooster Yesse, Essen 7, Hortus Botanicus, Kerklaan 34, Molen De Hoop, Rijksstraatweg 133, Nicolaikerk, Kerkstraat 2, Molen De Helper, Hoornsedijk 8 Noordlaren: Bartholomeüskerk, Lageweg 8, Molen De Korenschoof, Zuidlaarderweg 73, Hunebed G1, Weg langs het Hunebed, Pingoruïne Noordlaarderbos, Duinweg 18, Oorsprong Ekologisch vlees, Zuidlaarderweg 61, Midlaren, Hunebedden D3 en D4. Schutsweg 42
• Routeboekjes zijn gratis verkrijgbaar bij de deelnemende POP-UP locaties.
* Er kunnen afwijkende openingstijden voorkomen
Aan het einde van de straat linksaf de Herebinnensingel op. Eerste afslag rechts. Na de Sint Jozefkathedraal links de Radesingel op tot knooppunt 88. Fiets richting 82.
Verder richting knooppunt 82, maar sla vóór het viaduct over het Winschoterdiep rechtsaf de Meeuwerderbaan in. Steek het spoor over, ga direct links en fiets naar 81. Richting 75, maar na het rode fietspad (Esserhaag) linksaf de Esserweg op tot aan Essen.
Fiets met de klok mee het gehucht door en rijd de lange, onverharde weg op. Ga bij de Kerklaan linksaf en volg deze tot de Hortus.
Fiets verder over de Kerklaan. Rechtsaf de Molenweg in, vervolgens links bij de rotonde.
Linksaf de Julianalaan in. Fiets via knooppunt 75, 77 en 86 naar 59. Na 59 rechtdoor fietsen tot 54.
Verkorte versie: liever een kortere route fietsen? Fiets dan tot 86 en daarna via 83 en 84 richting 27. Ga linksaf bij waterplas Sassenhein en pak de reguliere route op vanaf de beschrijving bij punt 13.
Fiets richting knooppunt 55.
Fiets een stukje richting het water.
Fiets via knooppunt 55 richting 53, maar neem direct eerste fietspad rechtsaf: het Hunebedpad. Sla op de Schutsweg linksaf naar de hunebedden.
Keer om en volg de Schutsweg richting het noorden. Sla linksaf de onverharde weg langs het hunebed in.
Houd rechts aan tot het Noordlaarderbos.
Volg de Duinweg, maar sla bij de Pollseweg linksaf. Volg de route richting knooppunt 87.
Fiets via knooppunt 87 naar 57. Ga richting 59, maar blijf rechtdoor rijden op de Hoge Hereweg. Fiets vervolgens via 84 richting 27. Ga bij Sassenhein linksaf.
Ga terug naar de doorgaande weg en fiets door naar knooppunt 27. Vervolgens via 26 richting 4.
Via knooppunt 4, 84 en 85 naar 87.
Ga rechtsaf over de brug de Brugstraat in. Fiets via de Vismarkt terug naar de Grote Markt. Eindpunt van de route.
Deze fietsroute van ongeveer 44 kilometer start en eindigt op de Grote Markt van Groningen en volgt veelal de fietsknooppunten. Daar waar wordt afgeweken, wordt dit in de tekst vermeld. Een foldertje met gedetailleerde beschrijving van de route is ook bij de VVV Groningen.
De Hondsrug loopt van Klazienaveen via Emmen, Gieten en Zuidlaren tot aan het noorden van de stad Groningen. In het zuiden is de zandrug plaatselijk wel 25 meter hoog, maar ook in de stad bereikt hij nog een hoogte van 9 meter boven NAP.
De ligging van de stad is niet toevallig, want Groningen ligt op het meest noordelijke deel van de Hondsrug, op de overgang van zand naar klei en geflankeerd door moeilijk begaanbare hoogveenmoerassen. Dat betekende dat de bewoners relatief veilig waren voor zowel hoog water als indringers. Ook voor de handel was de ligging aan de overgang tussen klei en zand en nabij de Drentsche Aa bijzonder gunstig.
In winkelstraten zoals de Herestraat ten zuiden van de Grote Markt is de meest noordelijke heuvel van de Hondsrug nog heel goed zichtbaar. De zijstraat op het hoogste punt heet zelfs het Hoogstraatje. Ook in de omliggende straten is de helling merkbaar. Vanaf dit punt gaat de helling in noordelijke en oostelijke richting langzaam naar beneden richting de lagere Ommelanden.
De hunebedbouwers maakten potten van aardewerk in een vorm die je bijna nergens anders ziet: een beker met een hals in de vorm van een trechter. De groepen mensen die deze trechterbekers maakten worden daarom het Trechterbekervolk genoemd. De mensen van de Trechterbekercultuur lieten hunebedden achter in hun leefgebied: de Noord-Nederlandse zandgronden en met name de Hondsrug.
De voorouders van de hunebedbouwers waren nog jagers en verzamelaars. De mensen van deze Trechterbekercultuur waren de eerste landbouwers in onze streken. Op het terrein waar je nu staat, bij de Van Julsinghastraat en het Oude Winschoterdiep, zijn resten gevonden van een akkercomplex van de Trechterbekercultuur. Dit akkercomplex stamt uit ongeveer 4.500 jaar voor het begin van onze jaartelling.
Je bent zojuist over een deel van de Esserweg gereden. Deze weg ligt dwars over de Hondsrug op de grens tussen Groningen en Haren. Op deze grens is de Hondsrug niet breder dan 500 meter. De Esserweg is een zogenaamde ‘holle weg’, een weg die is uitgesleten door erosie en intensief gebruik. De weg komt hierdoor tussen twee hellingen te liggen.
In Essen werd in 1215 het vrouwenklooster Yesse gesticht dat behoorde tot de orde der Cisterciënzers. In natte tijden was deze plek amper bereikbaar. Juist daarom kozen de Cisterciënzers voor deze locatie: ze werden hier zo min mogelijk gestoord. Klooster Yesse heeft tot 1594 bestaan. Alleen overblijfselen van de gracht om het klooster zijn nog zichtbaar in het landschap. Aan Essen 7 bevindt zich een bezoekerscentrum dat elke tweede zaterdag van de maand is geopend, zie www.kloosteryesse.nl.
De Hortus is een van de oudste botanische tuinen van Nederland. In totaal bestaat de Hortus uit twintig hectare aan zeer verschillende tuinen. Zo is er een wilde plantentuin, een Keltische tuin en een Chinese tuin. Hierin staat een authentiek Chinees theehuis. Daarnaast worden er regelmatig aciviteiten en exposities georganiseerd. De Hortus is het hele jaar door dagelijks geopend, zie www.hortusharen.nl.
De Rijksstraatweg is van oudsher onderdeel van de zuidelijke toegangsweg tot Groningen. Vanuit Coevorden loopt deze route over de Hondsrug tot aan de Grote Markt. Aan de Rijksstraatweg staan prachtige villa’s, gebouwd op de stevige zandondergrond van de Hondsrug.
Op het plein achter Brasserie Intermezzo ligt een mooie grote zwerfkei. Deze steen herinnert aan de vele zwerfstenen in de regio en de geschiedenis van het landschap. Denk je maar in: zulke stenen komen oorspronkelijk helemaal uit Scandinavië en zijn hier ongeveer 150.000 jaar geleden met het schuivende landijs terechtgekomen.
Vanaf hier kun je ook de kortere route fietsen.
De Bartholomeüskerk van Noordlaren kijkt uit op het Hunzedal ten oosten van de Hondsrug. Het kleine haventje verbindt Noordlaren met het Zuidlaardermeer dat in dit dal ligt. Het oerstroomdal van de Hunze ontstond in de tijd dat het landijs van de voorlaatste ijstijd zich terugtrok. Het dal werd uitgesleten door het smeltwater. Lange tijd was het Hunzedal nog nauwelijks herkenbaar als beekdal. Dit kwam door de vervening en de ruilverkaveling. De afgelopen twintig jaar is door diverse organisaties hard gewerkt aan natuurontwikkeling in het stroomgebied van de Hunze.
In het receptiegebouw van Waterpark De Bloemert vind je de gratis te bezoeken expeditiepoort ‘Water’, een van de expeditiepoorten van De Hondsrug UNESCO Global Geopark. De expeditie vertelt het verhaal van het water van het Hondsruggebied, van ijs en smeltwater, via moerassen en beken tot kwelwater en drinkwater. Het verhaal van het geopark wordt er op beeldende wijze verteld; absoluut een kijkje waard!
Hunebedden werden ongeveer 5.500 jaar geleden gebouwd in de laatste periode van de Steentijd. Het zijn de oudste monumenten van Nederland. Ze werden gemaakt van zwerfkeien die met de ijskap in de ijstijd naar Noord-Nederland schoven. Hunebedden werden gebruikt als grafkamers. De botten van de overleden mensen zijn vergaan, maar een deel van de grafgeschenken is bewaard gebleven, zoals potten van aardewerk, sieraden van barnsteen en gereedschap en wapens van steen.
De hunebedden met de codenamen D3 en D4, naast Schutsweg 42, zijn vrijwel compleet. Uniek is dat ze precies in elkaars verlengde liggen. Vroeger werden ze zelfs als één hunebed beschouwd. In 1870 is er in de kelder gegraven. Een deel van wat toen werd gevonden is nu in het bezit van het Drents Museum in Assen.
In Noordlaren vind je het meest noordelijke hunebed van de Hondsrug: het enige hunebed van de provincie Groningen. Het hunebed heeft de officiële codenaam G1, maar wordt in de volksmond Hunebed ’t Heiveen genoemd. De eerste vermelding van het hunebed dateert uit 1694.
Een andere bron is een artikel van Jetzo Boeles in de Groningsche Volksalmanak van 1845. Hierin beschrijft hij hoe een oude inwoner ooit zijn vader vertelde over een opgraving bij het hunebed, waarschijnlijk omstreeks 1750. Hierbij zouden beenderen, urnen met as en een bewerkte zwarte stenen hamer zijn gevonden. Kruitgaten linksachter en rechtsvoor bovenin de stenen markeren de poging om het hunebed omstreeks het jaar 1800 op te blazen. De daders wilden de stukken steen verkopen als grondstof. Gelukkig werden ze betrapt en werd de sloop van de rest van het hunebed op het nippertje voorkomen. Tegenwoordig zijn hunebedden wettelijk beschermd
Het Noordlaarderbos is een gemengd bos dat door Natuurmonumenten wordt beheerd. Al sinds de prehistorie vormt dit bos een schakel in de route over de Hondsrug tussen Coevorden en Groningen. Eeuwenlang was hier een heidegebied, dat door de verkeersdrukte deels veranderde in een zandverstuiving. De karrensporen zijn hier en daar nog altijd zichtbaar. Ook vind je hier grafheuvels van zeker 2.500 jaar oud. Vlakbij Natuurvriendenhuis De Hondsrug ligt het Heilig Bergje of de Galgenberg, een preekoord of misschien juist een terechtstellingsplaats. Het Noordlaarderbos wordt bewoond door vele vogels, zoals de wielewaal, de nachtegaal, uilen, sperwers en haviken. Met een beetje geluk kom je een ree, vos, hermelijn of steenmarter tegen.
De Besloten Venen vormen een bijzondere verbinding tussen de Drentsche Aa aan de westkant van de Hondsrug en de Hunze aan de oostkant van de Hondsrug. Het is een doorbraakdal dwars door de zandrug heen. In het hele Hondsruggebied zijn er slechts twee van zulke doorbraakdalen: het andere ligt ter hoogte van Borger in Drenthe. De doorbraakdalen zijn ontstaan in de ijstijden. Water onder de kilometers dikke ijskap smolt en begon te stromen. Dit stromende water spoelde aan beide kanten van de Hondsrug een inkeping uit. In de laatste ijstijd zorgde erosie ervoor dat beide inkepingen met elkaar verbonden werden om zo een zeldzame onderbreking van de Hondsrug te vormen. Na de laatste ijstijd zijn De Besloten Venen een beekdal geworden, waardoorheen water vanuit het dal van de Drentsche Aa naar het Hunzedal kon stromen.
Ten noorden van waterplas Sassenhein, in het dal aan de westzijde van de Hondsrug, ligt Wolddeelen. Dit was een wingebied voor laagveen, waarbij turfwinningsplassen ontstonden. Ook de plas Sassenhein is op die manier ontstaan. Na het einde van de turfwinning rond 1900, kregen de waterplassen een functie als ‘hengelaarsoord’. De visvijver, het paviljoen, de dienstwoning en een standbeeld zijn rijksmonumenten en in het paviljoen zit nu een horecagelegenheid. In de omgeving zijn resten van een jong-paleolithisch kampement gevonden.
Ook het Paterswoldsemeer ontstond in de 18de en 19de eeuw door het afgraven van veen. Het meer ligt in de laagte ten westen van de Hondsrug: het beekdal van de Drentsche Aa. De Drentsche Aa is de westelijke tegenhanger van de Hunze die ten oosten van de Hondsrug stroomt. De Drentsche Aa bestaat uit een heel stelsel aan riviertjes en beekjes in de kop van Drenthe die bij Schipborg samenkomen tot één rivier. Het laatste deel van de fietstocht volg je deze rivier tot deze uitmondt in de grachten rondom de binnenstad van Groningen. Vanaf daar gaat de Aa over in het Reitdiep en stroomt hij vervolgens door tot aan het Lauwersmeer. Vanaf de Hoornsedijk, het dijkje waarover je nu fietst, kun je goed zien hoe de rivier hier door het landschap kronkelt.
Groningen is ontstaan langs de oever van de Aa, een Drentse beek. De Drentsche Aa schuurde langs de Hondsrug om vervolgens via het Reitdiep naar zee te stromen. In de middeleeuwen lag hier het oudste havenkwartier van de stad, aan wat nu het Hoge der A en het Lage der A heet. In verband met eb en vloed was het handig om zowel een hoge als een lage kade te hebben. De hoge kade voor tijdens hoog water, nu het Hoge der A, lag aan de kant van de Hondsrug. In de Brugstraat is het hoogteverschil door de westelijke flank van de Hondsrug nog goed zichtbaar.
Einde van de fietsroute
Eext hoorde in de Middeleeuwen tot de rijkste en grootste dorpen in Drenthe. Van het oude Eext is veel bewaard gebleven en het is vaak afgebeeld op oude prenten, schilderijen en behang. Sterker, geen Drents dorp […]
Eext is een bijzonder dorp. Het hoorde al in de Middeleeuwen tot de rijkste en grootste dorpen in Drenthe. Van het oude Eext is veel bewaard gebleven en het is vaak afgebeeld op oude prenten, schilderijen en behang. Sterker, geen Drents dorp werd zo vaak afgebeeld als Eext. Van die prenten en schilderijen zijn er nog 160 bekend.
Egbert van Drielst is zo’n kunstenaar die geregeld vanuit Haarlem naar Eext kwam en dan logeerde bij zijn tante Jantje Meursing. Hij was een zogenaamde behangselschilder. In de 17de en 18de eeuw werden in huizen van rijke burgers de muren vaak behangen met behang van goudbestempeld leer en later van doek, beschilderd met landschappen. Mooie rustieke boerderijen onder zware eiken waren geliefde onderwerpen. En die waren er in Eext genoeg. Van de 68 boerderijen uit 1754 zijn er 30 overgebleven. Dat had te maken met de kwaliteit van de huizen en met name van het gebruikte eikenhout, dat in Eext ruimschoots voorhanden was.
In de voetsporen van Van Drielst kan je een wandeling maken door het prachtige historische dorp; de situatie van toen kunt u vergelijken met nu. Rasverteller Jans Polling leidt u er rond aan de hand van de app-wandelroute.
De wandeling staat in de Drenthe routes app.
Veel plezier tijdens je gekozen route!
Deze wandeling voert door de mooiste stukjes natuur en ijstijdenlandschap bij Exloo. Onderweg leer je over de invloed van de ijstijden in dit gebied.
Met deze wandeling van 7,5 kilometer door bossen, heidevelden en stuifzand, langs hunebedden en akkers tussen Exloo en Odoorn maak je een tijdreis van 470.000 jaar. Je ziet indrukwekkende overblijfselen van de ijstijden en de raadselachtige Leewal die door het landschap kronkelt. Een tijdsbalk geeft veel informatie over de historie van het Hondsruggebied.
Ook bij deze route is een app beschikbaar. Met 360-gradenfilmpjes, animaties en opdrachten beleef je die historie van heel dichtbij en krijg je veel informatie over het ontstaan van het gebied, over droogdalen en over de wolharige mammoet en de sabeltandtijger die hier hebben geleefd.
Wil je het Leewal Tijdreisroute lopen met de app?
Voor Apple: download De Hondsrug Hunzebosroutes vanuit de App store
Voor Android: download De Hondsrug Hunzebosroutes vanuit de Playstore
Of scan onderstaande QR-code om de route(s) te downloaden:
Tip: neem een VR-bril mee. Dan kom je nóg dichterbij.
De route is bereikbaar vanaf twee startpunten:
Dit is het noordelijke, Nederlandse deel van de lange-afstandswandeling van Osnabrück (Duitsland) naar Groningen of visa-versa. Het noordelijke deel voert je langs de mooiste plekjes van de Hondsrug.
De Hünenweg is een lange-afstandwandelroute van 325 kilometer, tussen Osnabrück en Groningen. De route is gemarkeerd met gele bordjes met een blauwe ‘H’. In Nederland heeft de Hünenweg, het ‘Hondsrugpad’ als toevoeging in de naam. Het wandeltracé is ontwikkeld om een fysieke verbinding te creëren tussen twee geoparken: De Hondsrug UNESCO Global Geopark in Nederland en TERRA.Vita Global Geopark in Duitsland. De Hünenweg is één van de mooiste grensoverschrijdende wandelroutes van Europa.
De route over de Hondsrug is zo oud als Methusalem, met ruimte voor beekdalen, landschapsbeleving, archeologie, cultuurhistorie en natuur. Het landschap van de Hondsrug, maar ook van TERRA.vita, ligt vol met sporen uit het verleden. Het pad volgt middeleeuwse karrensporen, prehistorische veenpaden en imposante hunebedden en voert door heidevelden, uitgestrekte bossen, zandverstuivingen, unieke rotsformaties, akkers en eeuwenoude dorpen.
De wandelroute bestaat uit 20 dagetappes, variërend van 13 tot 25 kilometer lang (9 etappes in Nederland, 11 etappes in Duitsland). Deze staan in het boekje Hünenweg/ Hondsrugpad (verkrijgbaar online en bij diverse TIP-kantoren in Drenthe) . Alle dagetappes starten/eindigen bij een informatiepaneel waarop de lokale bezienswaardigheden en een gedetailleerde kaart te zien is. Langs de route zijn overnachtingsmogelijkheden zoals hotels, hostels en B&B’s. Alle informatie over de Hünenweg vind je op www.huenenweg.com
Daarnaast is de route ook beschreven in een kleine, handzame wandelgids. In de wandelgids ‘Hondsrugpad’ van Fokko Bosker wordt het Nederlandse deel van de route in detail beschreven (online te bestellen). Dit noordelijke deel van de Hünenweg voert je langs de mooiste plekjes en bestaat uit 9 etappes met elk een lengte van 10 tot 20 kilometer. Alleen de twee zuidelijke etappes zijn ongeveer 30 km lang. Beide gidsen zijn zowel online verkrijgbaar als bij Toeristische Informatie Punten op verschillende plekken in Drenthe. Je kunt ze ook hier online bestellen.
Een bakker met eigenwijze producten, gebakken in eigen kleine bakkerij. Heerlijke broden, lekkere taart. Koffie & lunch van 9.00 tot 17.30 uur, uitgebreide lunchkaart. Groot terras in hartje van gezellig dorp.
Wilt u romantisch trouwen, gezellig uit eten, sfeervol borrelen in de avondzon, uitrusten na een boswandeling met een heerlijk kopje koffie? Of bent u op zoek naar een passende locatie voor uw familie- of […]
De Balloohoeve, een veelzijdig bedrijf! Naast de camping hebben we vleesvee, een zorgboerderij, ijsmakerij, boerderijwinkel met zuivel en kaas uit de regio en biologische producten. Ook verkopen we onze eigen vlees en groenten.
Op een fantastische locatie midden in het mooie esdorp Exloo bevindt zich Diner-Café Bussemaker. Een grand café van nu, maar met een vleugje stijl van sfeer van toen. Proef de unieke sfeer: Terras met […]
Eeserhof, een heus familiebedrijf, met mooie terrassen, een sfeervolle brasserie, een gezellig restaurant en 18 ruime hotelkamers.
Lilly’s is een jonge keten van ijs & chocolade winkels. Begonnen in 2009 met een pilot-store in groeide het jonge bedrijf uit tot een echte formule met meerdere vestigingen.
Restaurant De Gaffel is gevestigd in een Saksische boerderij die rond 1700 is gebouwd. Het restaurant is prachtig gelegen op de glooiende Drentse Hondsrug aan de rand van het dorp Valthe en ligt ongeveer […]
Midden in Zuidlaren vindt u restaurant de Vlindertuin aan een mooie brink met oude Eikenbomen in een romantische setting met linnen gedekte tafels, verse bloemen & alle tafels ruim opgesteld. Gastvrijheid hoog in het […]
Vanaf 17.00 uur kunt u bij ons terecht voor een diner. We hebben een veelzijdige kaart die bestaat uit zowel vlees, vis als vegetarische gerechten. Voor onze a la Carte menukaart kunt u klikken […]
Sinds het pand in 1969 werd herbouwd na een grote brand is er, behalve de naam, veel veranderd. Restaurant Hotel Bieze zoals u het nu ziet is geopend op 28 maart 2015.
Ben je klaar met het samenstellen van jouw OerToer?
Wil je de huidige selectie van je OerToer wijzigen dan zijn dit aanbevolen suggesties voor: